Auteursrecht en naburige rechten

Auteursrecht samengevat 858955,1317502059,1

Waarom?

  • Stimuleren van creativiteit

  • Terugverdienen van investeringen

  • Bescherming tegen aantasting/misbruik van de creaties

Wanneer?

  • Creatie van de geest

  • Origineel ‘werk’ met persoonlijk stempel van maker

  • Voldoende uitgewerkt (concepten en ideeën zijn vrij)

Wat?

  • Het uitsluitende recht om het auteursrechtelijk beschermde werk te:

    • verveelvoudigen

    • openbaar te maken

  • Ook recht op persoonlijkheidsrechten, zoals naamsvermelding

Hoe?

  • Automatisch (geen registratie nodig)

  • Nationale wetgeving en deels Europees

Hoe lang?

  • Maximale geldigheidsduur van 70 jaar na de dood van de maker

Wie?

  • De werkelijke maker(s) – auteur(s)

  • Werkgever indien gemaakt in dienstverband en voldaan aan overige wettelijke eisen

  • In uitzonderingsgevallen kunnen ook andere als maker worden aangemerkt (bijvoorbeeld: maker onder leiding en toezicht, rechtmatige openbaarmaker, filmproducent)

Overdracht?

  • Met een schriftelijke akte

  • Ook een exclusieve licentie moet schriftelijk zijn vastgelegd


Auteursrecht

Waarom bestaat het auteursrecht?

Auteursrecht is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Soms wordt er veel geld verdiend met auteursrecht. Iedereen kent het voorbeeld van de bijstandsmoeder J.K. Rowling die met Harry Potter de rijkste vrouw van Groot-Brittannië werd.

Soms doe u niets met uw auteursrecht, maar hebt u het wel. Zoals het auteursrecht op een dagboek dat nooit iemand anders zal lezen.

De Auteurswet geeft de eigenaar van het auteursrecht een monopolie op het kopiëren en publiceren van zijn werk. Een schrijver krijgt immers vaak per verkocht boek een vergoeding, een muzikant krijgt geld voor ieder liedje dat verkocht wordt of op de radio wordt gedraaid, een softwareontwikkelaar verdient zijn geld met de verkoop van CD’s/USB-sticks of downloads van zijn software en een designer krijgt een vergoeding voor iedere stoel van zijn ontwerp.

Vaak produceert de eigenaar van het auteursrecht dus niet zelf, maar geeft hij een uitgever, een distributeur of bijvoorbeeld een meubelfabrikant, toestemming om kopieën van zijn werk te maken en die te verkopen (een licentie).

Wanneer u een designstoel koopt, krijgt u de eigendom op de stoel zelf, het ding dus. Vervolgens mag u de stoel in mootjes hakken. Dat is auteursrechtelijk niet van belang. Maar bij uw aankoop van de stoel blijft het auteursrecht op de stoel bij de ontwerper. Hij houdt het monopolie op het kopiëren van de stoel. U mag dus geen kopie van de stoel maken en deze kopie op Marktplaats verkopen of de kopie zelfs maar cadeau doen aan uw beste vriend.

U mag de stoel wel verkopen of weggeven, maar de kopie niet, want alleen de eigenaar van het auteursrecht mag kopieën van zijn werk verkopen of op de markt brengen. Wanneer iemand dus een kopie op de markt wil brengen van een auteursrechtelijk beschermd product, dan moet hij dus toestemming hebben van de auteursrechthebbende. Deze toestemming wordt ook wel licentie genoemd.

Werkt tegen iedereen en (bijna) overal ter wereld

Wanneer u een auteursrecht heeft, kunt u tegen iedereen die uw werk zonder uw toestemming kopieert en/of publiceert optreden. Inbreuk maken op het auteursrecht is zelfs strafbaar, hoewel justitie er in de meeste gevallen niets mee doet. De rechthebbende kan wel heel wat bereiken bij de burgerlijke rechter.

Optreden tegen inbreuk kan niet alleen in Nederland, maar bijna in alle landen van de wereld. Bijna (164) alle landen van de wereld zijn aangesloten bij het grote auteursrechtverdrag uit 1887, de Berner Conventie. Wanneer in zo’n BC-land inbreuk gemaakt wordt op uw auteursrecht, dan kunt u in dat land naar de rechter om de inbreuk te stoppen.

U hebt wel te maken met het plaatselijke auteursrecht en dat kan natuurlijk wel anders zijn in Nederland.

Hoe krijg je auteursrecht?

Dat ontstaat vanzelf! Je hoeft alleen maar een werk te maken. De Auteurswet geeft geen definitie van het begrip werk. In de Auteurswet staat wel een hele opsomming opgenomen van verschillende soorten werken, bijvoorbeeld boeken en tijdschriften, muziek, foto’s en films, tekeningen en schilderijen, software enz.
Wie is rechthebbende?

Als hoofdregel geldt dat de feitelijke maker rechthebbende is. De wet bepaalt dat de werkgever als maker wordt aangemerkt voor alles dat de werknemer heeft gemaakt in het kader van zijn of haar dienstverband. Verder kan het zo zijn dat een werk tot stand gebracht wordt onder leiding en toezicht van een ander; dat wordt niet snel aangenomen maar als daarvan sprake is, dan is die ander de maker.

Belangrijk is ook de regel dat de rechtmatige openbaarmaker als maker wordt aangemerkt van werken die bestemd zijn openbaar gemaakt te worden. Maar dat geldt alleen als de werkelijke maker niet wordt vermeld. Dat is bijv. van belang bij reclameuitingen. Advertenties zijn natuurlijk bestemd om openbaar gemaakt te worden en de opdrachtgever wordt dus in beginsel aangemerkt als maker. Dat is van groot belang voor de vrijheid om van bureau te wisselen.

Een filmproducent heeft een eigen auteursrecht.

Overdracht en exclusieve licentie: uitsluitend schriftelijk!

In de praktijk gaat het maar al te vaak mis: de opdrachtgever denkt ‘ik betaal, dus ik heb het auteursrecht’. Niets is minder waar. In beginsel heeft degene het werk werkelijk maakt, het auteursrecht. Dus de freelancer die u inschakelt, heeft het auteursrecht, tenzij hij of zij het recht schriftelijk overdraagt!

Dit soort missers komt vaak aan het licht bij een IP-scan of een due diligence onderzoek in het kader van een overname, fusie, herfinanciering of reallocatie van rechten. Zelfs bij organisaties waar auteursrechten tot de key assets behoren, zoals uitgeverijen, ontwerpbureaus, softwarebedrijven, machinebouwers enz., is dit vaak niet goed geregeld.

Overdracht – en sinds 2016 ook een exclusieve licentie – kan enkel schriftelijk plaatsvinden. Voor bestaande werken en door levering bij voorbaat kan overdracht ook voor toekomstige werken, als maar voldoende bepaald is waar het over gaat. Hoe concreter, hoe beter.

Auteursrecht kan op ieder moment ontstaan

Op het moment dat je een tekst schrijft of iets ontwerpt of een foto maakt, kan er dus op dat moment auteursrecht op die tekst, foto of software ontstaan. Je hoeft dus niets te registeren. Het werk hoeft zelfs niet af te zijn. Op het moment dat het werk waarneembaar is, ontstaat het auteursrecht. Wanneer cabaretier voor een groep mensen een verhaal vertelt dat hij ter plekke verzint, ontstaat er op dat moment auteursrecht op dat verhaal. Wanneer iemand anders daar een film van maakt, ontstaat er ook auteursrecht op de film voor de maker van de film. De filmer kan het filmpje dan niet zomaar op internet zetten. De cabaretier moet zijn toestemming geven, hij heeft immers auteursrecht op het verhaal dat hij ter plekke verzon. Er is op het moment van het maken van het filmpje auteursrecht op het filmpje ontstaan met twee eigenaars: de cabaretier en de filmer.

Waarop rust auteursrecht?

In de Auteurswet is een opsomming opgenomen van soorten werken die auteursrechtelijk beschermd zijn. Verschillende categorieën worden genoemd, van boeken en aardrijkskundige kaarten tot toneelstukken en computerprogramma’s. Maar ook buiten deze met naam genoemde werken, kan er auteursrechtelijke bescherming zijn.

Er zijn een aantal eisen waaraan ieder auteursrechtelijk beschermd werk moet voldoen. Het moet – kort gezegd – gaan om een eigen intellectuele schepping van de maker. Dit is in de Nederlandse rechtspraak zo bepaald. Tegenwoordig bemoeien overigens ook Europese rechters (namelijk het Europees Hof van Justitie) zich met de vraag wanneer iets auteursrechtelijk beschermd is.

Auteursrecht bestaat in beginsel niet op een nog niet vormgegeven idee, zoals bijv. reclameconcept of een tv-programmaformat. Ook beschermt het auteursrecht in beginsel niet een stijl (beroemd voorbeeld is de stijl van Nijntje van Bruna) of trend.

Je moet in elk geval zelf enige creativiteit in het werk gestoken hebben en het niet gekopieerd hebben van een ander. Deze eisen gelden altijd. Of het nu gaat om een tekst, een foto, een beeldhouwwerk, een schilderij of om het ontwerp van een stoel. In de Auteurswet staan in artikel 10 een aantal voorbeelden genoemd van wat auteursrechtelijk beschermd kan zijn. Uit de lijst blijk al dat het om uiteenlopende werken gaat. Enkele voorbeelden uit artikel 10 zijn: boeken, tijdschriften, toneelstukken en voordrachten, muziekwerken, foto’s en filmwerken, tekeningen, bouwwerken, toegepaste kunst en computerprogramma’s. Het artikel geeft nog meer voorbeelden en voegt daar bovendien nog aan toe:

“en in het algemeen ieder voortbrengsel op het gebied van letterkunde, wetenschap of kunst, op welke wijze of in welken vorm het ook tot uitdrukking zij gebracht”

De lijst met werken uit artikel 10, is dus niet méér dan een lijst met voorbeelden. Ook andere werken kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. Andersom betekenen de voorbeelden uit de lijst niet dat alles wat binnen één van de genoemde categorieën valt, dus ook automatisch auteursrechtelijk beschermd is! Als een werk genoemd wordt in artikel 10 is er overigens meestal wél sprake van auteursrechtelijke bescherming.

Ook gebruiksproducten kunnen in Nederland auteursrechtelijk beschermd zijn. Daarbij valt in eerste instantie te denken aan echte ‘design’ producten van bekende of minder bekende ontwerpers. De regel is ook hier, dat als er door de ontwerper creatieve keuzes gemaakt zijn, er sprake is van auteursrechtelijke bescherming.

De vormgeving mag niet technisch of functioneel bepaald zijn. Soms komt de rechter tot de conclusie dat een werk geen auteursrecht heeft omdat de vorm technisch bepaald is. Je kunt je voorstellen dat de vorm van een schroef alleen functioneel bepaald is. Wanneer de vorm van je ontwerp door de techniek gedreven wordt en je de technische oplossing maar op één manier kunt bereiken en je dus geen andere keuzes kunt maken, dan heb je geen auteursrecht.